Travel Journal - The Rinjani trek























Klik hier voor het vorige reisverhaal

De volgende ochtend stond om 7 uur het ontbijt voor ons klaar en konden we genieten van een mooie zonsopgang boven de rijstvelden. Om half 8 vertrokken we naar het startpunt van de trek, waar we om een uur of 8 zouden beginnen aan de klim. Het werd ons al snel duidelijk dat dit geen makkelijk tocht zou gaan worden.
We hadden in eerste instantie een 3 daagse toer gepland, maar deze hebben we na de eerste dag maar verkort tot een 2 daagse toer (zie later). De eerste dag zouden we zo’n 8 uur steil om hoog naar zo’n 2600 meter hoogte klimmen. Na een half uur tegen de berg opploeteren was iedereen al kapot, haha, en begonnen we te beseffen waar we aan begonnen waren. De weg die we volgden ging stijl omhoog, maar wel door prachtige jungle, wat de enorme inspanning weer een beetje goed maakte. Het was werkelijk waar prachtig, deze jungle was nog zoveel mooier dan de jungle in Thailand. Ook hoorde je op de achtergrond steeds de apen en konden we om de zoveel tijd in de verte een aap door de bomen zien slingeren. Deze toer hebben we behoorlijk wat wilde apen kunnen spotten, grijze en zwarte apen, heel leuk! 



Na zo’n 3,5 uur geklommen te hebben kwamen aan bij de spot waar we lunch zouden krijgen. We waren met een groep van 8 man, en voor onze groep hadden we 1 gids en 5 draagmannetjes. Deze geweldige kereltjes hebben al ons eten, liters met water, pannen, de tenten, slaapzakken, matjes, noem maar op, naar boven getild door middel van een bamboestok met aan de uiteinden twee manden met de spullen. De bepakking die ze hadden was enorm zwaar en ze liepen op slippertjes de berg op, ik ben er nog steeds verbaasd over! We hadden een groepje van enorm leuke begeleiders, die steeds weer ontzettend lekker voor ons kookten. Elke maaltijd werd voorzien van een eitje, kroepoek en zelfs stukjes tomaat als garnering. ’s Avonds kregen we zelfs een lekker kippenpootje! En dan te bedenken dat ze dat allemaal maken op een vuurtje ergens in de jungle, en dat ze al deze spullen zelf omhoog de berg op moeten tillen… Respect.  




Na de lunch stond ons nog een flinke klim te wachten, die op het eind nog best spannend werd, omdat we stijl omhoog gingen en de weg heel zanderig was. Met onze schoenen (allstars en tennisschoenen) hadden we hierin erg weinig grip en het was best spannend om zo omhoog te klimmen met zulke gladde schoenen en dan al die afgronden! Doodop kwamen we uiteindelijk op onze bestemming (2600 meter) aan en gelukkig werden de tenten voor ons opgezet door onze onuitputtelijke begeleidertjes, die daarna weer voor ons gingen koken. In het begin konden we door de mist nog niet om ons heen kijken, maar rond etenstijd begon de mist weg te trekken en hadden we eventjes geweldig uitzicht




Het begon alleen wel steeds kouder te worden en het werd ons al snel duidelijk dat wij eigenlijk niet de spullen bij ons hadden om deze trek helemaal af te maken. Tijdens de lunch ’s middags hadden we het al heel erg koud nadat we waren afgekoeld van het lopen (tijdens het klimmen was het weer heel warm) en hier boven op de berg was het nog maar een graad of 4. Wij hadden alleen een dunne lange broek bij ons, een shirt en een vest, terwijl de meeste andere dikke jassen en thermoshirts meehadden. Na het eten zijn we snel ons tentje in gegaan en onder onze slaapzak gaan liggen. De grond was alleen super hard, schuin en je lag op allemaal stenen en het matje was eigenlijk niet meer dan een rubberen deurmat. De slaapzak was van formaat Indonesiër en dus veel te klein voor ons. Ook was deze best wel dun, dus we kregen het ’s nachts ontzettend koud. Len en ik waren allebei bang dat we ziek zouden worden als we de tweede nacht ook zouden doen, aangezien we de tweede nacht nog iets hoger op de berg zouden slapen waar het nog kouder zou zijn. Daarom hebben we toen besloten toch de twee daagse trek te doen. De volgende morgen, na niet geslapen te hebben door de kou en de harde grond, werden we om 6 uur wakker gemaakt en kregen we thee en een ontbijtje op bed (zo schattig!). Doordat we hadden besloten deze dag weer terug naar beneden te klimmen, vertrokken we iets eerder dan de mensen van de 3 daagse trek met z’n tweeën richting de krater, waar we uitzicht zouden hebben op het kratermeer. De mensen die ook de twee daagse trek zouden doen waren al iets eerder vertrokken, dus wij moesten met z’n tweeën naar de uitkijkpost klimmen, zonder gids. In het begin was het pad waar we langs moesten klauteren nog wel duidelijk, maar na een tijdje begonnen we (vooral ik, Len = eigenwijze Berends) een beetje te twijfelen of we wel goed gingen. Maar omdat we nergens een duidelijk pad zagen besloten we maar door te klimmen tot we opeens boven op een top stonden, voor een gigantische afgrond. We stonden dus opeens helemaal bovenaan de rand van de krater, op een top waar we eigenlijk helemaal niet heen hoorden te klimmen. Ook waren de andere koppels nergens te bekennen… Waren we toch fout gelopen. Het was echt een hele enge afgrond, en ook begon de mist op te trekken, waardoor het best een beetje spannend was. Len probeerde me nog te overtuigen dat we wel goed waren en we langs een heel eng paadje langs de rand van de kraterafgrond verder naar beneden moesten klimmen, maar gelukkig heb ik gelijk korte metten gemaakt met dit gestoorde plan en zijn we voorzichtig terug naar beneden geklommen. Na een tijdje kwamen we toen het koppel uit Nieuw Zeeland tegen die ook in onze groep zaten en zijn we met hen naar het goede uitkijkpunt gelopen, waar we ook de rest van de groep terugvonden. Eerst konden we het kratermeer en de minivulkaan nog niet goed zien, omdat het nog erg mistig was, maar na een tijdje begon de mist weg te trekken en hebben we het allemaal nog goed kunnen zien… Prachtig! 



Na een tijdje van het uitzicht genoten te hebben begonnen we aan de afdaling van zo’n 6 uur, waarvan het begin nog best spannend was. Het begin van de afdaling (bovenste deel van de berg) bestond voornamelijk uit zanderige paden en met afdalen gleed ik nog meer uit dan tijdens de klim naar boven, maar uiteindelijk ben ook ik na een paar keer uitglijden veilig naar beneden gekomen en bestond de rest van de afdaling uit harde bodem in plaats van uit los zand. Op de terugweg hebben we nog meerdere wilde apen kunnen spotten en op het eind kregen we nog een lunch. Bij de toer zat het transport naar een van de Gili eilanden inbegrepen, dus aan het eind van de dag hebben we ons naar de haven laten rijden waar we helemaal afgepeigerd, met zere benen, maar wel voldaan, in een lokaal bootje zijn gestapt… Op naar Gili Air!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten